De begroeide perceelsloten van Nijbroek zijn het leefgebied van een bijzondere vissoort: de Grote modderkruiper. Deze langgerekte, bruine vis is zeldzaam en wordt daarom beschermd in Nederland. In de plannen voor polder Nijbroek wordt rekening gehouden met de Grote modderkruiper.
‘Weeraal’
De Grote modderkruiper wordt ook wel ‘weeraal’ genoemd. Het verhaal gaat dat boeren een wekpot met water en een Modderkruiper vulden en het land opgingen om de weersverwachting te peilen. Bleef de Modderkruiper rustig op z’n plek, dan werd er geen slecht weer verwacht. Maar begon de vis driftig te bewegen, was er een weersomslag op komst.
Goed toeven in de Nijbroekse poldersloten
Modderkruipers voelen zich het beste in modderige, dichtbegroeide omgevingen, op moerassige bodems van sloten, weteringen, beken en rivieren. Overdag houden de dieren zich schuil, maar ’s nachts zoeken ze de bodem af naar voedsel. Ze eten kleine ongewervelde diertjes zoals wormen, watervlooien en muggenlarven. Deze sporen ze op met behulp van hun baarddraden. In het voorjaar trekt de Grote modderkruiper naar ondiepe, natte plekken om zich voort te planten.
Kansen voor de modderkruiper in Nijbroek
Wanneer we aan de slag gaan met het Nijbroekse watersysteem, houden we óók rekening met dieren zoals de Grote modderkruiper. We willen het huidige leefgebied van de vissoort in stand houden en waar het kan de omstandigheden verbeteren.
Ecologisch slootschonen
Een van de dingen die Nijbroekers kunnen doen om de Grote modderkruiper te helpen is het laten staan van begroeiing in de sloten. Om de waterafvoer te garanderen is af en toe natuurlijk wel onderhoud aan de sloten nodig. In plaats van alle begroeiing weg te halen, is het beter om gefaseerd te maaien en delen van de begroeiing te laten staan. Dit heet ecologisch slootschonen. Via Collectief Veluwe kun je als grondeigenaar een financiële vergoeding krijgen voor het ecologisch slootschonen.
Natte greppels als ‘kraamkamer’
In de toekomst is het misschien zelfs mogelijk een ‘kraamkamer’ voor de Grote modderkruiper te maken, door het aanleggen van een reeks nieuwe, natte greppels. De greppels moeten flink begroeid zijn, zodat er al te veel andere vissoorten in de kraamkamer doordringen. Door aan het begin de greppels een aantal jaren niet te schonen, ontstaat er een moerassige bodem waar de Grote modderkruiper wél maar hun predatoren juist niet doorheen kunnen bewegen.